Hoe kun je de windrichting meten?

Je gaat een windvaantje maken. Dit heb je nodig:

  1. Een fles
  2. Een kurk
  3. Twee kralen
  4. Een spijker
  5. Een rietje
  6. Wat zand
  7. Karton en een vel papier
  8. Een schaar

In plaats van de fles, kurk en zand kun je ook een plastic beker met deksel gebruiken. Je hebt dan ook een potlood met een gummetje achterop nodig.

Wind is lucht dat in beweging is. Hoe kun je nu meten waar de wind vandaan komt en naartoe gaat? Met een zogenaamde windvaan kun je bepalen uit welke richting de wind komt.

  • Vul de fles met zand, zodat de fles stevig staat. Duw de kurk in de fles.
  • Pak het rietje in het midden vast en knip aan beiden kanten een inkeping. Hier schuif je straks de kartonnetjes in.
  • Knip nu een driehoek en een rechthoek uit het karton. Let op dat de rechthoek groter is dan de driehoek. Je schuift de breedste kant van de driehoek in de inkeping van het rietje en de rechthoek aan de andere kant van het rietje, in de inkeping.
  • Pak de spijker en schuif daar een kraal op. De spijker prik je door het midden van het rietje en doe vervolgens de tweede kraal op de spijker. Prik dit vervolgens in de kurk. Zo heeft het rietje dat nu op een pijl lijkt de ruimte om rond te draaien.
  • Zet op een vel papier een grote cirkel met daarin de letters N (noord), Z (zuid), O (oost) en W (west). West is rechts van de cirkel, noord is bovenaan de cirkel, oost is aan de linker kant en zuid is onderaan de cirkel. Je kunt deze letters ook groot op het etiket van de fles schrijven. Geen vel papier bij de hand? Je kunt natuurlijk ook op het etiket van de fles N, O, Z en W schrijven.
  • Extra: je kunt een kompasje gebruiken om te weten waar het noorden is. Als je dat weet, weet je ook waar het zuiden, westen en oosten is.
  • Neem de fles en het papier mee naar buiten, zet de fles in het midden van de cirkel en laat de wind zijn werk doen.
  • De wind duwt de pijl naar een richting. Als dat de W is, dan komt de wind uit het westen (W). En als de pijl naar de Z wijst, dan komt de wind uit het zuiden (Z). Probeer het maar eens.

 

Probeer je dit proefje met de beker?

  • Maak dan inkepingen in het rietje en knip net zo als bovenstaand de driehoek en rechthoek.
  • Prik een gat onderin de bodem van de beker. Vul de beker met bijvoorbeeld steentjes en doe er een deksel op. Keer de beker om.
  • Prik van de bovenkant een potlood door het gat. Je kunt het rietje, net zoals hierboven staat vermeld, vastzetten met een speld door het te prikken in de gum van het potlood. Zolang het rietje maar vastzit op de achterkant van het potlood. Je kunt op de beker in grote letters N, O, Z en W zetten.

Zonnewijzer